Ik wil altijd zijn waar U bent,
al de dagen van mijn leven;
dat ik U niet van een afstand ken,
maar met U verweven ben.
Ik wil altijd zijn waar U bent,
in de schaduw van uw vleugels.
Breng me naar de plaats waar U bent,
ik wil bij U zijn, o Heer.
Want ik wil zijn waar U bent;
leven in uw schuilplaats,
feesten aan uw tafel,
omgeven door uw heerlijkheid.
In uw schuilplaats,
daar zou ik altijd willen zijn;
Ik wil bij U zijn,
heel dicht bij U zijn, o Heer.
O mijn God.
U bent mijn schild en mijn kracht.
In uw nabijheid merk ik:
U bent sterk al ben ik zwak.
Ik wil altijd zijn waar U bent,
in de schaduw van uw vleugels.
Breng me naar de plaats waar U bent.
Ik wil bij U zijn,
heel dicht bij U zijn, o Heer.
Want ik wil zijn waar U bent…
Ik wil bij U zijn,
heel dicht bij U zijn, o Heer.